In Noord-West en Centraal Europa staat de grauwe gors op het lijstje van sterk bedreigde akkervogels. Het is ooit anders geweest, de soort stond een eeuw geleden in het Verenigd Koninkrijk nog bekend onder de naam ‘common bunting’. Vandaag komt hij zowel in het Verenigd Koninkrijk als in de rest van onze contreien nog slechts voor in kleine geïsoleerde clusters. Voor buitenstaanders oogt de grauwe gors als een banaal bruin vogeltje, binnen de natuurbeschermingswereld heeft hij een iconische reputatie - het is namelijk dé vlaggenschip-soort van intensieve agrarische landschappen.
In Vlaanderen staat de grauwe gors al sinds 2006 centraal in de vrijwilligerswerking van de Haspengouwse Werkgroep Grauwe Gors. Het kan weinig verbazen dat ook elders in Europa vrijwilligers en professionals zich hardnekkig in veldonderzoek en beschermingsacties hebben gesmeten voor dit intrigerend vogeltje. Onder elkaar worden ze wel eens ‘corn bunting freaks’ genoemd. Vzw Veldwerk en de Animal Evolutionary Ecology Group van de Duitse Universiteit van Tuebingen vonden het wel eens tijd om al die knappe koppen op te zoeken en bij mekaar te steken. In het najaar van 2022 werd een groep van 40 experten een eerste keer bij elkaar gebracht via een online workshop. Al snel groeide het enthousiasme voor een meerdaags conclaaf, een Europese primeur trouwens voor deze soort.
Het enthousiasme voor een meerdaags conclaaf over grauwe gors groeide snel, een Europese primeur trouwens voor deze soort.
In de lente van 2023 was het zover en kwamen 25 gepassioneerde onderzoekers en akkervogelbeschermers uit Duitsland, Denemarken, Zwitserland, Engeland, Schotland, Vlaanderen en Wallonië samen in het Pajottenland voor een driedaags conclaaf. Het opzet was eenvoudig maar niet minder onbelangrijk: versnipperde kennis over de broedecologie van grauwe gors in Noord-West en Centraal Europa verzamelen en de krachten bundelen voor een resultaatgedreven beschermplan.
Aan de hand van presentaties en posters uit verschillende landbouwregio's kregen deelnemers een beeld over de toestand en evolutie van diverse kernpopulaties en over de impact van beschermingsmaatregelen. Er waren gelukkig niet alleen rampverhalen van tanende populaties, ook succesverhalen kwamen aan bod waar populaties er lokaal op vooruitgingen. Belangrijkste drijfveer voor populatieherstel is meestal het 'optrekken' van het broedsucces en overleving van jonge vogels. Grauwe gorzen hebben net als veldleeuwerik of gele kwikstaart jaarlijks meer dan één succesvol legsel nodig om er als populatie op vooruit te kunnen gaan. Het komt er dan op aan met gepaste maatregelen de leefgebieden dusdanig in te richten of te behouden dat ze in dat opzet slagen.
Veel deelnemers zijn zowel in het veld als achter de schermen actief in projecten rond agrarisch natuurbeheer en soortbescherming, waar overheden middelen en instrumenten voor aanreiken. Doorheen hun getuigenissen klonk een boodschap die het conclaaf zorgen baart: onderzoekers en vrijwilligers ervaren dat in lopende projecten teveel tijd en energie kruipt in het voorkomen en beperken van ongewenste schade voor akkervogels in ongeschikte of 'suboptimale' maatregelen terwijl met de voorhanden kennis evengoed zou kunnen gekozen worden voor beheervoorwaarden die doelsoorten een veilig en zorgeloos broedsel kunnen garanderen.
Onderzoekers en vrijwilligers ervaren dat in lopende projecten teveel tijd en energie kruipt in het voorkomen en beperken van ongewenste schade voor akkervogels in ongeschikte of 'suboptimale' maatregelen terwijl met de voorhanden kennis evengoed zou kunnen gekozen worden voor beheervoorwaarden die doelsoorten een veilig en zorgeloos broedsel kunnen garanderen.
Dat spanningsveld ontstaat omdat in agrarisch natuurbeheer zo vaak naar win-win's met landbouw wordt gezocht waardoor maatregelen dikwijls als 'compromissen' worden opgesteld. Het gaat dan bijvoorbeeld over het verliezen van nesten door maaidata die te vroeg komen voor grondbroedende akkervogels of het klepelen van een insectenrijke strook terwijl nog heel wat jongen moeten gevoed worden. Het zijn vooral de semi-productieve maatregelen waar grauwe gorzen de klos zijn als niet alle hens aan dek wordt gezet om bedreigde nesten te zoeken en alsnog te beschermen. Dat is op termijn niet houdbaar en het maakt soortenbescherming in landbouwgebied allerminst duurzaam, vinden de deelnemers.
Wanneer zoveel ervaring en wijsheid over één soort bij elkaar komt, ontstaan zowaar nog meer vragen dan voorheen. Het komt er dan op aan om een goed overzicht te maken van wat binnen alle onderzoeksgebieden al geweten is en waar nu juist de meest prangende kennishiaten zitten om tot een goed beschermplan te komen. Ook is het nuttig om voor onderzoek en monitoring afspraken te maken om gelijke protocols te gebruiken, dat verhoogt de waarde van data en het leidt tot meer betrouwbare inzichten. Het conclaaf maakte in aparte workshops vooruitgang in drie belangrijke thema’s.
Met deze driedaagse conferentie werd de basis gelegd voor een grensoverschrijdend netwerk dat de krachten zal bundelen voor een beschermplan voor grauwe gors.
‘Corn bunting freaks’ zijn doorbijters - mannen en vrouwen met een grenzeloze passie voor landbouwlandschappen en een niet te stillen kennishonger naar wat die ene soort nodig heeft om zich daar in zijn sas te blijven voelen. Met deze driedaagse conferentie werd de basis gelegd voor een grensoverschrijdend netwerk dat de krachten zal bundelen voor een resultaatgedreven beschermplan voor grauwe gors. De oprichting van een Europees Corn Bunting Commitee zal daarbij helpen. In het najaar staan nieuwe ontmoetingen gepland en komende winter wordt een demo-bezoek georganiseerd om technieken rond veldonderzoek van elkaar te leren.
Tekst: Freek Verdonckt
Foto's: Freek Verdonckt en Lucas Lombardo
Dit initiatief kadert in het Lerend Netwerk 'Grensoverschrijdende akkervogelbescherming', onderdeel van het project 'Kennisloket Akkervogels' van Vzw Veldwerk